

Subsidies als springplank voor biobased bouwen
Biobased bouwen is geen hype meer, maar bittere noodzaak. Ondernemers die hiermee aan de slag willen, lopen al snel tegen technische én financiële drempels aan. Gelukkig zijn er subsidies die precies dat soort innovatie mogelijk maken.
Biobased bouwen
Biobased bouwen is anno 2025 meer dan een niche. Hout, vlas, hennep en andere natuurlijke en/of hernieuwbare grondstoffen worden steeds vaker gezien als alternatieven voor conventionele bouwmaterialen. Niet alleen vanwege hun duurzaamheid, maar ook vanwege hun positieve effect op het binnenklimaat en het welzijn van bewoners. Toch gaat de toepassing van deze materialen niet vanzelf. Biobased bouwen vraagt vaak om innovatie: ontwikkeling van nieuwe producten, aangepaste processen of andere ontwerpprincipes. Er zijn verschillende subsidies die daarbij kunnen helpen.
Subsidies en regelingen op nationaal niveau
Stel een producent merkt dat een biobased materiaal zich lastig laat verwerken. Hij werkt daarom aan een techniek om het materiaal constructief toepasbaar te maken. Of: een ontwikkelaar onderzoekt hoe plantaardige vezels verwerkt kunnen worden zonder verlies van sterkte of vochtbestendigheid. In zulke gevallen kan de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) uitkomst bieden. Deze regeling biedt een fiscale tegemoetkoming op de loonkosten van technisch speur- en ontwikkelingswerk, mits het bedrijf zelf een technisch nieuw product of proces ontwikkelt en daarbij tegen concrete technische knelpunten aanloopt.
Een andere mogelijkheid voor financiële ondersteuning is de MIT-regeling: Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren. Binnen deze regeling is ruimte voor haalbaarheidsstudies en gezamenlijke ontwikkeltrajecten. Bijvoorbeeld wanneer meerdere bedrijven samen een biobased bouwsysteem ontwikkelen of een toeleverketen herstructureren. De regeling dwingt bedrijven om na te denken over de meerwaarde van hun innovatie, zowel technisch als economisch.
Daarnaast biedt het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) ondersteuning aan innovatieve mkb-projecten met regionale impact. In Nederland wordt dit fonds via vier landelijke regio’s ingezet voor projecten die bijdragen aan slimme, groene en duurzame groei. Biobased initiatieven komen in aanmerking voor EFRO wanneer ze inspelen op thema’s als circulaire economie, klimaatadaptatie of duurzame productontwikkeling. Denk aan de ontwikkeling van regionale productieketens voor biobased bouwmaterialen of toepassingen die grondstoffenefficiëntie verbeteren. Aanvragen lopen via regionale managementautoriteiten en vereisen vaak cofinanciering.
Wanneer een innovatie verder gevorderd is, en de volgende stap bestaat uit het testen in een realistische omgeving, komen andere instrumenten in beeld. De DEI+ (Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie) ondersteunt ondernemers die hun innovatie in de praktijk willen valideren. Deze regeling is bij uitstek geschikt voor biobased bouwconcepten die bijdragen aan klimaatdoelen, bijvoorbeeld door CO₂-uitstoot te verminderen of circulaire ketens te versterken. De focus ligt hier niet meer op haalbaarheid, maar op schaalbare insteek.
Wanneer innovaties de stap maken van ontwikkeling naar toepassing kunnen fiscale stimuleringsregelingen zoals de MIA, Vamil en EIA in beeld komen. Deze regelingen bieden aftrekmogelijkheden voor investeringen in milieuvriendelijke of energiezuinige installaties, mits deze zijn opgenomen op de Milieu- of Energielijst van het betreffende jaar van de investering. Denk aan installaties voor het persen, drogen of verwerken van plantaardige isolatiematerialen of andere biobased bouwproducten. Afhankelijk van de investering kan anno 2025 tot 45% van het bedrag extra van de fiscale winst worden afgetrokken via de MIA, met aanvullende voordelen via de Vamil en EIA.
Subsidies en regelingen op internationaal niveau
Ook op internationaal niveau zijn er regelingen die biobased bouwinnovaties stimuleren. Binnen het Europese programma Horizon Europe biedt met name Cluster 6 (Bioeconomy) kansen voor projecten gericht op duurzame bouwmaterialen, circulaire systemen en hernieuwbare grondstoffen. Bedrijven die in een consortium werken aan biobased innovaties in de gebouwde omgeving kunnen tot 70% subsidie ontvangen; onderzoeksinstellingen zelfs tot 100%. De focus ligt op samenwerking, schaalbaarheid en Europese impact.
Voor projecten in grensregio’s bieden programma’s als Interreg Vlaanderen-Nederland en Interreg Duitsland-Nederland ondersteuning bij samenwerking op het gebied van circulaire bouwmaterialen, kennisdeling en biobased productieketens. Deze programma’s zijn met name geschikt voor mkb’ers die samen met buitenlandse partners willen innoveren in een regionale context.
Tot slot is er de DHI-regeling, die Nederlandse bedrijven ondersteunt bij het verkennen of opstarten van internationale activiteiten. Voor biobased innoveren kan deze regeling interessant zijn bij het testen of demonstreren van nieuwe technologieën in het buitenland of het voorbereiden van investeringen in internationale ketens. DHI richt zich nadrukkelijk op projecten met exportpotentieel en innovatief karakter.
Minder risico, meer innovatiekracht
Innovatie in biobased bouwen is geen kwestie van idealisme alleen; het is een noodzakelijke stap in de verduurzaming van de sector. Toch kunnen technische onzekerheid en ontwikkelkosten innovatie vertragen. Precies daarom zijn subsidies en fiscale regelingen essentieel: ze verlagen financiële drempels en geven bedrijven ruimte om risico’s te nemen en vooruit te lopen. Wie nu investeert in biobased bouwen, kan dat doen met steun uit een solide netwerk van publieke financiering. En dat maakt het verschil tussen uitproberen en opschalen.
Bij Epiic staan we klaar om je te helpen je ambities waar te maken. Laten we samenwerken aan de oplossingen van morgen.
Meer informatie of een keertje sparren?
Neem contact op met Sebastiaan

Neem contact met mij op
Ook interessant voor jou
Epiic neemt het volledige subsidietraject uit handen
Daarom een subsidietraject via Epiic
Wil je je innovatiekracht vergroten? Of wil je investeren, bijvoorbeeld in duurzame bedrijfsmiddelen of personeel? Vaak gaat het om kostbare trajecten. Overheden zien gelukkig het belang. Er zijn veel interessante subsidies.

