CO2 footprint omlaag? Zo zorg je voor concrete roadmap

Duidelijke visie

Bij Van Es hebben ze een duidelijke visie. En dat is dat ze goed voor onze aarde willen zorgen. Het Zeeuwse bedrijf doet er dus alles aan om zijn verpakkingen zo duurzaam mogelijk te maken. Dat is begonnen bij houten manden voor oesters. Maar inmiddels gaat het verder dan dat en levert Van Es ook verpakkingsmaterialen voor groente, fruit en zelfs cadeauverpakkingen. Hans Bakker kan zijn ervaring als kunststofrecycling specialist goed gebruiken bij Van Es: “We denken voortdurend na over hoe we onze verpakkingen verder kunnen verbeteren. Zo hebben we een tijd lang mosselbakken van een restaurantketen in Parijs ingezameld om die te recyclen en hergebruiken. Uiteindelijk bleken die gerecyclede bakken te duur ten opzichte van nieuw geproduceerde bakken. En dan heb je toch te maken met een profit wereld. Je ziet dat retailers echt wel willen verduurzamen; het mag alleen niet te veel kosten.”

Life Cycle Assessment

Om de komende jaren verder te kunnen verduurzamen, besloot Van Es een project te doen met Boudewijn Zuijderhoudt en Philip Meijer van Epiic. Doel? De huidige CO2-footprint van het bedrijf in kaart brengen en maatregelen bedenken om die footprint verder te verlagen. De eerste sessie bestond uit het verzamelen van allerlei data op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur, oftewel een ESG 0-meting. Hoeveel hout gaat er bijvoorbeeld in een oestermand? Wat weegt dat? En hoeveel stalen nietjes zitten er in een mand? Bakker: “Aan de hand van al die data hebben Boudewijn en Philip vervolgens ook een Life Cycle Assessment gemaakt. En dat heeft voor waardevolle inzichten gezorgd.”

Duurzamere keuze

De houten platen die Van Es gebruikt om oestermanden te maken, komen uit China en Spanje. Daar heeft het bedrijf een goede reden voor. Bakker: “De platen die daar vandaan komen zijn een stuk dunner dan de platen die in Spanje geproduceerd worden. Dat maakt dat we 10% meer verpakkingen uit hetzelfde materiaal kunnen halen. Maar weegt dat voldoende op tegen de uitstoot en kosten van het transport? Dankzij dat Life Cycle Assessment kunnen we onze afnemers nu laten zien dat wij echt een goed verhaal hebben. De CO2-besparing als gevolg van dunnere materialen compenseert voor een groot deel de extra uitstoot van het transport. “Retailers vragen steeds vaker om kunststof alternatieven. Maar wij kunnen nu laten zien dat dit toch echt een duurzamere keuze is. Het was voor onszelf ook een mooie bevestiging.”

Nog meer inzichten en concrete stappen

Het was niet het enige inzicht dat het project opleverde. Bakker: “Om onze oestermanden stabiliteit te geven, maken we gebruik van stalen nietjes. Veertien om precies te zijn. We zouden dit aantal graag omlaag brengen. Maar dat mag natuurlijk niet ten koste gaan van de stevigheid van de mand. Dankzij de inzichten die we opgedaan hebben in dit project denken we dat we dit aantal kunnen terugbrengen naar tien nietjes. Dat is procentueel heel veel.”

Al met al kijkt Bakker tevreden terug op het project: “Ik vond het prettig dat het geen eindeloos traject was. We hebben drie sessies gehad, waarvan de laatste een praktische workshop was. Daarnaast was het fijn dat we al langer samenwerken met Boudewijn. Hij kent onze positie in de markt, weet goed wat hier speelt. Philip vulde die ervaring aan met veel theoretische kennis. Een mooie combi. Ik heb het traject als een bewustwordingsproces ervaren. Het heeft ons laten zien dat we goed bezig zijn. Daarnaast maakt de roadmap die we in de workshop ontwikkeld hebben zichtbaar welke stappen we de komende jaren kunnen zetten om onze CO2-footprint nog verder omlaag te krijgen. Zo gaan we bijvoorbeeld nog kijken naar duurzame alternatieve materialen, zoals olifantengras, geschild populierenhout of bamboe. We hebben mooie inzichten opgedaan.”